Het spronggewricht
Onder het hakgewricht wordt verstaan het gewricht tussen scheenbeen en ondervoet op het niveau waar bij de hond de meeste beweging zit. Het scheenbeen vormt een gewricht met een tweebultig botje van de hak, de zogenaamde rolkam (talus), aan weerszijden begrensd door de enkels (malleoli).
O.C.D (Osteochondritis dissecans) van het hakgewricht
- Vooral bij de Labrador (mediale/binnenzijde) en Rottweiler (laterale/ buitenzijde van de rolkam).
- Kreupel vanaf vijf maanden.
- Dikke hak/overvulling van het spronggewricht. Eenzijdig of beiderzijds.
- Wisselende mate van kreupelheid.
- Met een operatie wordt de losse kraakbeenflap verwijderd wegens irritatie van het gewricht.
- Klik hier voor meer over ‘Osteochondrose en O.C.D van het hakgewricht’.
Fractuur
Vooral bij katten breekt het scheenbeen (meestal in de groeischijf) vlak bij het gewricht. Dit ten gevolge van trauma, val, aanrijding etc. Een enorme verschuiving treedt op van de fractuurstukken waardoor het spronggewricht niet meer kan functioneren en aanleiding is voor ernstige blijvende kreupelheid. Men denkt dan vaak aan amputatie van het been.
Moeilijkheidsgraad; twee fractuurstukken waarvan één heel klein is (geen houvast voor pen of plaat).
De oplossing voor deze ernstige fractuur (een superoperatie):
- Repositie van fractuurstukken (“zetten” van fractuur) en stabiliseren met behulp van een dwarsfixatie:
Twee pennen dwars door het scheenbeen: één halverwege het scheenbeen en één door het kleine fractuurstukje of vlak eronder. Met twee zijstangen worden de twee pennen verbanden en door deze op spanning te houden worden ook de fractuurstukken met enige druk tegen elkaar gehouden.